maandag 4 april 2011

Religie in het publieke domein

"Niet lopen 'beschouwen' van onze belastingcentjes alstublieft! U wordt uitstekend betaald om uw werk te doen." (reactie op www.powned.nl)

Dit was een van de vele reacties op de oproep voor een beschouwend debat over de scheiding tussen kerk en staat, die Jeanine Hennis-Plasschaert laatst deed in dagblad De Pers. Vanuit de Tweede Kamer is gereageerd door inderdaad een debat te laten plaatsvinden, en Tofik Dibi heeft zelfs de mogelijkheid geopperd om voorafgaand aan dit debat een hoorzitting met deskundigen over het thema te houden. Dat dit onderwerp niet alleen in politiek Den Haag op de agenda staat, maar ook leeft in de maatschappij, is te zien aan de hoeveelheid reacties op social media, in opiniestukken en in reacties op verschillende websites. In dit publieke debat, dat zich voor een belangrijk deel afspeelt op het internet, lijkt vooral de vraag naar de rol van religie in de publieke ruimte centraal te staan. De hoofddoek achter het loket van het gemeentehuis, of in de Hema, de gereformeerde school die een homoseksuele leraar ontslaat, of de katholieke school die een leerlinge verbiedt een hoofddoek te dragen. Hoewel deze onderwerpen niet allemaal op hetzelfde niveau spelen, en ook niet allemaal vallen onder de scheiding tussen kerk en staat, zijn ze wel allemaal gerelateerd aan het thema van de rol van religie in de publieke ruimte. Bij het lezen van de vele reacties en opinies op het internet, viel het me op dat de reacties zijn in te delen in drie standpunten.

Aan de ene kant vinden we de uitgesproken liberalen (niet gelijk te stellen aan de liberalen van de VVD), die van mening zijn dat iedereen vrij is en vrij moet zijn, en wel op ieder mogelijk terrein. De enige grenzen aan de vrijheid van een individu worden gegeven door de grondwet. Een hoofddoek achter een loket moet kunnen, net als het vermijden van een loket waarachter een vrouw met hoofddoek zit. Vrijheid van expressie en vrijheid van meningsuiting staan voorop in deze visie en of deze mening of expressie nu religieus gefundeerd wordt of niet, doet niet ter zake. Een religieuze overtuiging wordt in deze visie opgevat als mening naast andere meningen. Niets meer, niets minder:
"Als een man van mening is dat hij mij geen hand wil geven is dat zijn goed recht. Zo is het mijn goed recht om deze man niet in mijn omgeving te accepteren."
"Laat iedereen zich a.u.b. tooien met wat men ook maar wil: bolhoedjes, cowboyhoeden, rastamutsjes, carnavalssteken, hoelarokjes, schoudervullingen, indianentooien, keppeltjes, wat dan ook!" (reacties op www.nujij.nl)

De tweede visie is die van de voorstanders van het uitbannen van religie uit het publieke domein. De aanhangers van deze visie zijn voor een radicale scheiding tussen publiek en privé en zijn veelal van mening dat religie een privé-zaak is, die zich alleen binnenshuis mag afspelen. In de publieke ruimte, die begint bij de drempel van de voordeur, zijn religieuze symbolen of uitingen niet gepast. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen verschillende religieuze stromingen of uitingen, en veelal ook niet tussen de verschillende domeinen waarin religieuze symbolen worden geuit. Men beroept zich voor dit standpunt vaak op de veelgehoorde scheiding tussen kerk en staat, waarbij het argument klinkt dat we in een seculiere staat leven, waarbinnen religieuze uitingen dus geen plaats hebben. Het Franse model van de laïcité wordt als nastrevenswaardig gezien:
"Strikte scheiding van kerk/moskee/synagoge en staat. Ik wens neutraal bejegend te worden door ambtenaren aan de balie, dus geen religieuze symbolen. Ook geen overheidsgeld meer voor religieuze indoctrinatie van kinderen. Dus, afschaffing van het confessioneel (bijzonder) onderwijs. Ook in winkels wil ik eigenlijk niet lastig gevallen worden met de persoonlijke overtuigingen van winkelbedienden." (reactie op www.trouw.nl) 

De derde visie die in deze internetdebatten naar voren komt, is de anti-islam visie. Voortbordurend op het geluid van de PVV, zie ik vooral op de rechts-georiënteerde actualiteitensites een grote groep mensen die van mening is dat islamitische symbolen en uitingen niet in het Nederlandse publieke debat thuishoren. De voorstanders van deze visie wijzen met name op de zogenaamde joods-christelijke traditie, die Nederland gevormd heeft. De islamitische waarden passen volgens hen niet bij deze Nederlandse traditie, en worden als bedreigend beschouwd. In navolging van PVV-uitspraken gaat het vooral om de 'islamisering van de maatschappij' die we moeten tegengaan. Het meestbesproken onderwerp binnen deze visie is die van de hoofddoek in de publieke ruimte. Er worden twee argumenten gegeven voor het verbieden van de hoofddoek in publieke functies. Enerzijds wordt de hoofddoek gezien als een symbool van onderdrukking van vrouwen, wat ingaat tegen onze Nederlandse waarden. Anderzijds is de hoofddoek een niet-representatief hoofddeksel, dat net als een petje of muts niet wordt geaccepteerd in publieke functies. In deze visie lopen dus twee opvattingen over de hoofddoek door elkaar. Aan de ene kant wordt de hoofddoek gezien als religieus symbool, en als zodanig niet geaccepteerd, en aan de andere kant wordt de hoofddoek gezien als kledingstuk, waarover een werkgever regels kan opstellen. In deze laatste opvatting wordt het religieuze fundament voor de hoofddoek dus genegeerd. Onderstaande reactie op de uitspraak van de rechter over het verbieden van een hoofddoek op een katholieke school, laat deze dubbele benadering duidelijk zien:
"Dit besluit van de rechter geeft hoop voor de toekomst om onze eigen cultuur te kunnen behouden. Buiten dat ik het geen gezicht vind, vrouwen met al die hoofddoeken op straat enz., wordt nu eindelijk duidelijk gemaakt dat wij hier al die geloofsuitingen niet hoeven te accepteren."(reactie www.elsevier.nl)

Het is opmerkelijk dat in deze discussie maar weinig nadruk wordt gelegd op de bepalende rol van religie voor de mensen die hun religiositeit willen uitdragen. Ik realiseer me dat dit te maken kan hebben met de selectie van websites die ik heb bezocht. Toch worden ook op sites als maroc.nl en eo.nl weinig opmerkingen gemaakt die op deze manier een bijdrage leveren aan het debat. De vrijheid om je geloof uit te dragen wordt veelal bepleit binnen de vrijheid van meningsuiting en vrijheid van godsdienst, maar hierin wordt weinig gerefereerd naar de bepalende rol van religie voor de identiteit en voor de vorming van een moreel kompas. De enigen die hierop wijzen, lijken in de kampen van de tegenstanders te zitten. Maar door deze tegenstanders wordt dit juist als negatief gevolg van religie gezien. En volgens hen mag religie geen rol spelen in het publieke domein, omdat religieuze argumenten niet voor iedereen geldig zijn.

Als bijdrage aan het debat zou ik willen wijzen op een mogelijke vierde benadering, die naar mijn mening beter aansluit bij de vragen en problemen in de maatschappij en bovendien het belang van religie onderkent. Wanneer we kijken naar de moderne Nederlandse samenleving, is pluriformiteit een van de meest wezenlijke kenmerken. Deze pluriformiteit komt op vele terreinen naar voren, maar zeker ook op het gebied van levensbeschouwing. Hét kenmerk van een samenleving is, het woord zegt het al, dat we samen leven. Maar omdat er verschillende overtuigingen in de maatschappij vertegenwoordigd zijn, ontstaan er spanningen en botsingen tussen verschillende mensen of verschillende groepen mensen. De vraag die we onszelf moeten stellen is dus, hoe kunnen we samen leven met deze verscheidenheid aan overtuigingen, én hoe kunnen we tegelijkertijd erkennen dat religie een identiteitsbepalende functie heeft? Naar mijn mening is dit niet door religie uit het publieke domein proberen te bannen, of door het expliciet uiten van en bepaalde religie te verbieden of te belasten. Maar de totale vrijheid van de radicale liberaal biedt volgens mij ook geen uitkomst wanneer er spanningen in de samenleving ontstaan door het botsen van verschillende overtuigingen. Er moet een middenweg worden gevonden tussen onverschilligheid aan de ene kant en repressie aan de andere kant.

De Amerikaanse pragmatist Jeffrey Stout geeft een invulling van deze middenweg, waarin religie wel degelijk een rol mag hebben in de overtuiging van mensen, maar in het publieke domein niet mag ingaan tegen onze democratische traditie. Individuen staan in verschillende tradities, die vormend zijn voor hun identiteit en overtuigingen. Deze tradities mogen en zullen altijd een rol spelen in de argumentatie van de aanhangers. Wanneer we ons in het publieke debat mengen, mogen echter religieuze argumenten nooit ingaan tegen onze democratische traditie, die voor ons samen-leven van doorslaggevende waarde is. Zo wordt door Stout een kader geschetst waarbinnen religieuze argumenten mogelijk zijn. Dit kader is echter geen vaststaand gegeven, maar moet worden opgevat als een dynamisch proces, dat voortdurend doorgaat. Het beschouwende debat dat binnenkort in de Tweede Kamer wordt gevoerd, lijkt me een uitgelezen kans om dit proces voort te zetten en opnieuw richting te geven.

5 opmerkingen:

Razahtlab zei

Beste Renée,

Met veel plezier lees ik je artikelen op deze blog en zo ook vandaag!

Ik kan me volledig vinden in de vierde invalshoek die je als middenweg beschrijft. Wel vraag ik me af hoe je een praktische invulling van Stouts kader voor je ziet. Theoretisch voorziet het slecht in iets dat wij al hebben: een democratie waarin verschillende identiteiten naast elkaar bestaansrecht hebben.

Ook al sta ik volledig achter deze antipolariserende zienswijze, toch zie ik een keerzijde: zonder concrete invulling blijven de beslissingen rondom de kwesties in gemeentehuis, Hema en confessioneel onderwijs liggen in zowel onvoorwaardelijk liberale als (christelijk) islamofobe hoek zonder dat die dichter bij elkaar komen en beter gaan 'samen-leven'.

De bijdrage van deze visie aan het debat lijkt mij zonder concrete ideeën over de problematiek dan ook betrekkelijk richtingloos en ik betwijfel of het in deze hoedanigheid momenteel sterk genoeg is om tegenwicht te bieden aan de driedeling die je signaleert.

R.A. Wagenvoorde zei

Beste Pieter,

allereerst bedankt voor je reactie. Ik deel je bezwaar van het ontbreken van een concrete invulling van de middenweg. Zoals ik het nu heb beschreven lijkt de democratische traditie niets meer te zijn dan een soort etiquette, de basis van de omgangsregels in de publieke ruimte en het politieke debat.

Ik denk echter dat er wel degelijk een iets verdere invulling mogelijk is, ook binnen deze vierde visie. Alleen deze invulling zal niet eenduidig zijn, omdat we nu juist in een pluriforme maatschappij leven. De democratische traditie biedt dan de basale waarden, waarmee de pluriformiteit gewaarborgd is (ik denk daarbij aan waarden als tolerantie (hoewel er geen schriftelijke of weldoordachte consensus over de inhoud van dit begrip is) en de basale omgangsregels in het publieke spel. Deze democratische waarden gelden voor alle deelnemers in het publieke domein. Daarnaast is in de praktijk natuurlijk een verdere invulling nodig, over de verschillende voorbeelden die we hebben benoemd. Deze invulling en daarmee de keuze voor een plaats op de schaal van liberalisme tot paternalisme zal moeten worden geformuleerd door de verschillende politieke partijen. Deze invulling hangt af van politieke, culturele, religieuze en andere overtuigingen, en kan daarom niet op voorhand worden bepaald en voor iedereen geldig zijn. Aangezien we echter in een democratie leven, zijn we als burgers gerechtigd om een keuze te maken in de invulling van deze waarden, door voor de partij te kiezen die onze waarden het beste vertegenwoordigd. Dit zou voor mij de optimale werking van onze democratie zijn, waarin de politieke partijen hun eigen visie op het goede leven en de inrichting van de samenleving laten zien. De partijen zullen dan verschillen in de waarden die ze belangrijk vinden, en wij als burgers kunnen dan kiezen op basis van onze overtuigingen. Dit betekent ook dat we ons uiteindelijk moeten neerleggen bij de keuze van de meerderheid. Ook dat is eigen aan democratie. Binnen de kaders van de democratische traditie kun je ingaan tegen het meerderheidsstandpunt, door bijvoorbeeld opiniestukken te schrijven, te demonstreren of een tegenbeweging op te richten. Maar uiteindelijk zou het wat mij betreft bij iedere verkiezing weer moeten gaan om de afweging tussen de waarden die de verschillende partijen naar voren brengen. En dat is precies de reden dat ik het juist van groot belang acht dat er inhoudelijke, beschouwende debatten komen.

Ik hoop dat ik op deze manier een antwoord heb gegeven op je vragen, en anders wissel ik graag verder van gedachten!

Groeten, Renée

R.A. Wagenvoorde zei

En korte aanvulling nog op mijn vorige reactie: het feit dat de meerderheid in een democratie uiteindelijk bepaalt welke waarden (tijdelijk) de boventoon zullen voeren in het publieke domein, en welke maatregelen genomen worden, wil natuurlijk niet zeggen dat deze meerderheid gelijk heeft. Bovendien betekent dit niet dat het neerleggen bij deze werking van democratie wil zeggen dat we als burger onze overtuiging moeten aanpassen en ons moeten conformeren aan het meerderheidsstandpunt. Juist niet.
In mijn visie zouden we juist meer vanuit onze idealen moeten denken en handelen. Zowel de beleidsmakers en politieke partijen, als de burgers. En nee, ik ben niet zo naïef om te geloven dat het dan allemaal vanzelf goed komt. Ik realiseer me ook dat mijn eigen standpunt tegenwoordig valt onder die van de zogenaamde linkse elite, waarvan wordt gedacht dat die niets liever doet dan linkse hobby’s uitoefenen op kosten van de overheid. Mijn persoonlijke standpunten over de inrichting van de maatschappij en de waarden in het publieke debat zullen dus wellicht nooit meerderheidsstandpunt worden. Daar kan ik me bij neerleggen, maar dit betekent niet dat ik verplicht ben in te stemmen met het meerderheidsstandpunt. Ik denk dan ook dat het van groot belang is dat het democratisch proces op gang blijft, dat er een uitwisseling van waarden en overtuigingen plaatsvindt. Waarin niet de onverschillige houding centraal staat, en de overtuiging dat ‘er toch niks aan te doen valt’, maar waar het gaat om de inhoud.

Razahtlab zei

Beste Renée,

Dank voor je uiteenzetting. De optimale werking van democratie zoals je die uitlegt onderschrijf ik natuurlijk, zeker het belang van inhoudelijke, beschouwende debatten daarin. Sterker nog, zonder inhoud, beschouwing en reflectie is het politieke debat vaak niet veel meer dan eieren overgooien tussen uitersten. Volgens mij is dat het probleem dat je illustreert in je artikel.

Pogingen om met een kritische kijk op de genoemde vraagstukken het debat inhoud te geven lijken mij hard nodig en hopelijk vruchtbaar, maar ik vrees dat beschouwing in de huidige gemediatiseerde maatschappij (waarin datzelfde gooien van eieren van liberalisme tot paternalisme de grootste verworvenheid lijkt: ik ben zo en jij bent anders, als je mijn ei niet kunt vangen is het niet mijn probleem) geen antwoord kan geven op de vorm van de meerderheid.

Het bereiken van consensus in basale waarden om de pluriformiteit te waarborgen is een belangrijk punt in deze discussie, maar zelfs wettelijke consensus blijkt daar geen garantie op te geven. Het enorme apparaat om die wetten te moeten handhaven geeft daar blijk van (heeft dat altijd gedaan en zal dat ook altijd blijven doen), maar ook een actuele kwestie als de 'weigerambtenaar' is tekenend.

Overigens, als ik iemand niet als naïef beschouw, dan ben jij het wel! Ik bewonder dan ook je optimisme en ik juich je bevlogenheid met betrekking tot inhoud toe. Dat je je niet neerlegt bij de (tijdelijke) mening van de meerderheid lijkt me vanzelfsprekend, voor mij geldt dat in elk geval wel, maar je relativering tot linkse elite lijkt me als typische kenschets van de tijdsgeest daarmee in tegenspraak. Sinds wanneer heeft links het alleenrecht op kennis, kunst en cultuur? Wat is links tegenwoordig eigenlijk? En elite?

Groeten, Pieter

R.A. Wagenvoorde zei

Beste Pieter,

tja, misschien was het niet verstandig of nodig om de termen linkse elite/hobby te gebruiken. Het was meer bedoeld als relativering, om aan te geven dat ik begrijp dat ook mijn eigen voorkeuren wellicht nooit door een meerderheid gesteund zullen worden. En op dit moment worden deze voorkeuren in het publieke debat (in ieder geval op veel van de websites die ik heb bekeken) veelal beschreven in termen van 'links' en 'linkse hobby' (voor een ieder die geinteresseerd is in dergelijke hobby's, ze vinden plaats in linkse kerken... grapje).
Maar het zijn terechte vragen die je stelt en wellicht een goed onderwerp voor een volgende blog. Dank in ieder geval voor je opmerkingen!

Groeten, Renée